televisieteam

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  televisieteam    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• te·le·vi·sie·team

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  televisie zn  en  team zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	televisieteam	televisieteams
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het televisieteam o

1. ploeg mensen die samen een televisieprogramma maken

   ▸ Uiteindelijk werd Ahmed door het televisieteam toch overtuigd om met zijn moeder aan één tafel te zitten. Dat leidde al snel tot een ferme woordenwisseling.

   ▸ De politie kwam de jongeman op het spoor dankzij misdaadverslaggever en programmamaker Kees van der Spek. Van der Spek had de aanbieding van de jongen voorbij zien komen op social media, waarna hij en zijn televisieteam woensdag afreisden naar zijn woning in Riel. De misdaadverslaggever sprak met de jongeman en waarschuwde na dat gesprek de politie. Die arresteerde de jongen vervolgens.

Gangbaarheid

• Het woord televisieteam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.