televisiecamera
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·le·vi·sie·ca·me·ra
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van televisie en camera
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | televisiecamera | televisiecamera's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (elektronica) camera waarmee televisieopnamen gemaakt worden
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord televisiecamera staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.