teler
Uiterlijk
- te·ler
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | teler | telers |
| verkleinwoord | telertje | telertjes |
de teler m
- (beroep) iemand die zich bezighoudt met verbouwen van bloemen, planten, fruit enz
- De telers maakten zich zorgen over de gestegen energiekosten.
- Het woord teler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "teler" herkend door:
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 91 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be