telegrafiste
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·le·gra·fis·te
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van telegrafist met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telegrafiste | telegrafistes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
telegrafiste v
- (beroep) vrouw die telegrammen kan ontvangen en verzenden
- ▸ Marina is telegrafiste bij de centrale telegraaf, ze verstaat buitenlands.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. vrouw die telegrammen kan ontvangen en verzenden
Gangbaarheid
- Het woord telegrafiste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Boris Pasternak (vert. Margriet Berg en Marja Wiebes)
“Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot
, ISBN 9789028261396