telegraafpaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

telegraafpaal
Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·graaf·paal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telegraafpaal telegraafpalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de telegraafpaalm

  1. paal waaraan telegraafdraden hangen; mast voor telegraafdraden
     Door de beperkte ruimte tussen de zijgevel en onze veranda had de muurbedekking zich tijdens haar val op natuurlijke wijze opgerold, zodat daar nu een reusachtige kokosmat leek te liggen, klaar om met mattenkloppers ter grootte van een telegraafpaal uitgeklopt te worden.[2]
  2. paal met een ingebouwd telegraaftoestel
     Parfumflesjes die na een eeuw nog vaag naar hun inhoud ruiken. De telegraafpaal waarmee eerste officier Murdoch (te laat) het bevel 'hard naar stuurboord' gaf. Champagneflessen met de inhoud er nog in. Vanaf morgen zijn honderden objecten van het gedoemde stoomschip Titanic te zien in de Amsterdam Expo.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 maart 2022 Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “"Titanic-champagne rook nog prima"” (13-11-2013), NOS