telefoonstem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·foon·stem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telefoonstem telefoonstemmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de telefoonstemv / m

  1. de menselijke stem zoals deze klinkt via een telefoonverbinding
     Ze had de mooiste telefoonstem die ik ooit had gehoord.[1]
     Luisteraars van Licht op 4 werden na Strijkkwartet nr. 1 van Luigi Cherubini verrast door een krakerige telefoonstem. "Eigenlijk had ik in de studio moeten zitten", bekende Brouwers. "Maar ik zat aan een lekker ontbijtje, zo aan het begin van het nieuwe jaar. Kennelijk is er iets misgegaan met de planning."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)
    “Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 april 2022 Weblink bron “Foutje op Radio 4: 'Ik zat nog aan m'n ontbijtje'” (02-01-2016,), NOS