telde bij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tel·de bij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bijtellen

telde bij

  1. enkelvoud verleden tijd van bijtellen
    • Ik telde bij. 
    • Jij telde bij. 
    • Hij, zij, het telde bij. 


Gangbaarheid