te goeder trouw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te goe·der trouw

Frase

te goeder trouw

  1. oprecht handelend
    • Hij kocht het schilderij te goeder trouw, hij kon onmogelijk weten dat het gestolen was. 
Antoniemen

Gangbaarheid