tchvå

Uit WikiWoordenboek

Waals

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  tchvå     li tchvå     tchvås     les tchvås  

Zelfstandig naamwoord

tchvå m

  1. (onevenhoevigen) paard
    «Les maladeyes des tchvås polnut esse rindjeyes sorlon les cåzes, u sorlon les organes la k' ele si rashiyèt.»
    Paardenziekten kunnen gerangschikt worden naar hun oorzaak of naar de organen die zij aantasten.
Synoniemen