tatta

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tat·ta
Woordherkomst en -opbouw
Aardappels werden als kenmerkend voedsel voor blanke Nederlanders gezien[1].
enkelvoud meervoud
naamwoord tatta tatta's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tattav / m

  1. (pejoratief) blanke Nederlander
    • Aan de andere kant: wij denken dat we alles kunnen maken met hoe we over blanken praten. We noemen ze tatta of bakra, alles.[2] 
Schrijfwijzen
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen