tatoeage

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·toe·a·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tatoeage tatoeages
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tatoeagev

  1. het tatoeëren
  2. een tekening die met naald en inkt blijvend in de huid is aangebracht
    • Een Keltische tatoeage siert zijn bovenarm. 
     Deze 21-jarige Jet uit Madison, Wisconsin, was een week voor mij gestart en had een enorme hoeveelheid tatoeages.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. tatoeage op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be