tatoeëert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·toe·eert

Werkwoord

vervoeging van
tatoeëren

tatoeëert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tatoeëren
    • Jij tatoeëert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tatoeëren
    • Hij tatoeëert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tatoeëren
    • Tatoeëert! 

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be