tartuffe
Uiterlijk
- tar·tuf·fe
- eponiem, van Frans tartuffe naar de hoofdpersoon Tartuffe uit het gelijknamige toneelstuk
van de 17-eeuwse Franse schrijver Molière
[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tartuffe | tartuffes |
verkleinwoord | tartuufje | tartuufjes |
de tartuffe m
- (persoon) (pejoratief) iemand die zich geheel ten onrechte als betrouwbaar en fatsoenlijk voordoet
- ▸ Maar: ieder ogenblik dat hij voor het voetlicht stond was hij de valsaard, de meinedige stadhouder, de door zondige begeerte verscheurde tartuffe; hij was, zonder één moment verpozing, een schurk, in zijn starre blik, in zijn vertrokken mond, in zijn vingeren, in zijn gang.[2]
- ▸ (…) want ziet gij, als men een geboren ‘mousquetaire’ tot een heilige wil maken, dan moet men hem vergeven, dat hij te eerlijk is om een ‘tartuffe’ te willen zijn.[3]
- Het woord tartuffe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Sober toneel in: Nieuw Vlaams Tijdschrift., jrg. 6 nr. 4 (december 1951), Uitgeverij Ontwikkeling, Antwerpen, p. 429
- ↑
Weblink bron
A.L.G. Bosboom-Toussaint“Mejonkvrouwe De Mauléon en Diana.” (ca. 1900), D. Bolle, Rotterdam, p. 37
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eponiem in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Persoon in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal