tarificatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·ri·fi·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tarificatie tarificaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tarificatiev

  1. bepalen van de prijs die men voor een dienst moet betalen
     Hij beklemtoont het belang van veilig economisch verkeer. “Een te hoge tarificatie ontmoedigt het elektronisch betaalverkeer, terwijl we die drempel net moeten verlagen”, aldus Verwilghen.[1]
     Het BIPT legt in zijn nieuwe voorstellen ook op dat vanaf de eerstvolgende aanpassing, op 1januari 2008, de terminatietarieven een zogenaamde flat fee moeten zijn, een eenvormig tarief ongeacht het tijdstip en met tarificatie per seconde.[2]
     Magnette erkende dat hij het niet normaal vindt dat de consument moet betalen om zijn eigen geld af te halen. Hij wijst er wel op dat de tarificatie niet gereglementeerd is.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 oktober 2021 Weblink bron
    sdw
    “Elektronisch betalen wordt duurder” (06/12/2006), De Standaard
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 oktober 2021 Weblink bron “Gsm-doorschakeltarieven volgend jaar bijna gelijk” (17/04/2007), De Standaard
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 oktober 2021 Weblink bron
    kld
    “Magnette wil goedkopere selfbankautomaten” (12/06/2008), De Standaard