tararaboemdijee

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tararaboemdijee    (hulp, bestand)
• IPA: / taˌraraˈbumdiˌje / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• ta·ra·ra·boem·di·jee

Woordherkomst en -opbouw

• klanknabootsing van fanfaremuziek; van Engels ta-ra-ra boom-de-ay , titel en refrein van een zeer geliefd variétélied uit de 19e eeuw, waarvan melodie en titel in 1894 weer werden gebruikt voor een Nederlands spotlied (zie hieronder) over een geruchtmakende moord

Tussenwerpsel

tararaboemdijee

1. gebruikt om opgewekte fanfaremuziek weer te geven; vaak als deel van straat- of spotliedjes

   ▸ En muziek maken kunnen wij als de beste. Tararaboemdijee!

   ▸ Tarara boemdiee
   De blikken dominee
   Die schoot met kruit en lood
   Zijn arme naaister dood
   
   Nu zit hij in de kast
   Al aan een ketting vast
   De jongens roepen luid:
   Die komt er nooit meer uit.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tararaboemdijee	tararaboemdijees
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de tararaboemdijee v / m

1. (muziek) luide, meer vrolijke dan fraaie fanfaremuziek

   ▸ ⧖ Want het Heilsleger was gekomen. Dat ging me daar van tararaboemdijee. De kapitein blies op een trompet en de luitenant maakte er een helsch lawaai bij; 'n mensch z'n hart ging open als je 't hoorde.

   ▸ Als ik stug wegkijk, denkt hij: wat een Hollandse ijzeren hein, voor die kun je evengoed tararaboemdijee tetteren op een trompet.

2. (figuurlijk) feestelijk tumult, dat aandacht trekt

   ▸ Welnu, dit was even een beetje ernst, excuses hiervoor, we gaan verder met het tararaboemdijee waarvoor u gekomen bent.

Synoniemen

• [2] feestgedruis

Verwante begrippen

• fanfare
• hoempapa
• tralala
• variété

Gangbaarheid

• Het woord 'tararaboemdijee' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.