tanktop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tank·top
Woordherkomst en -opbouw
- Uit het Engels: tank top
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tanktop | tanktoppen tanktops |
verkleinwoord | tanktopje | tanktopjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) een mouwloos shirt
Gangbaarheid
- Het woord tanktop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.