tanding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

postzegel met beschadigde tanding
Uitspraak
Woordafbreking
  • tan·ding
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van tand met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord tanding tandingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tanding v [1]

  1. geperforeerde rand van een postzegel
     „Even kijken, deze is het.” In de muisstille toonzaal van Van Dieten Postzegelveilingen glijden de vingers van verzamelaar Mart Heekelaar door de catalogus. Ze stoppen bij kavel 1150: drie insteekboeken met gebruikte, ongebruikte en postfrisse zegels uit Brits Noord-Borneo, gesorteerd op kleur, watermerk en tanding. „Zelden in deze omvang aangeboden”, aldus de catalogus.[2]
     De Zuid-Afrikaanse post heeft dinsdag een postzegel uitgebracht ter ere van de op 5 december overleden zwarte leider Nelson Mandela. Het betreft een zegel in wit-zwart van 65 op 85 mm, met een tanding 14 X 13 1/4. Het kleinood verschijnt op 5 miljoen exemplaren en dient voor binnenlandse post aan een tarief van 2,80 rand. Drukker van de zegel was het Nederlandse Joh. Enschedé Stamps.[3]
  2. het tanden krijgen van jonge kinderen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

39 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Kavel 2092 is het pronkstuk” (30-09-2008), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron
    bvb
    “Zuid-Afrika pakt met postzegel uit ter ere van Nelson Mandela” (12/02/2014), De Standaard
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be