tandformule
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tandformule (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tand·for·mu·le
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tand zn en formule zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tandformule | tandformules |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (biologie) een schematische weergave voor de samenstelling van een gebit van een mens of dier
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord tandformule staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.