tandenstoker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tan·den·sto·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van tand met het invoegsel -en- en de stam van stoken met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord tandenstoker tandenstokers
verkleinwoord tandenstokertje tandenstokertjes

Zelfstandig naamwoord

de tandenstokerm

  1. (gereedschap) puntig instrumentje om etensresten tussen de tanden te verwijderen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be