Naar inhoud springen

tandbeen

Uit WikiWoordenboek
  • tand·been
enkelvoud meervoud
naamwoord tandbeen -
verkleinwoord

het tandbeeno

  1. het been waaruit tanden voor het grootste deel bestaan
88 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be