tanaïem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·naïem, ta·na·iem
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de tanaïemmv

  1. alleen meervoud (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) gebruikt als benaming voor de schriftgeleerden vanaf de 1e tot in de 3e eeuw v. Chr.
     In de tweede eeuw wordt dit treffend verwoord door rabbi Meïr, een belangrijke leraar ten tijde van de tanaïem.[2]
Schrijfwijzen
  • Tanaïem (Dit was de officiële schrijfwijze tot 2006. In vakliteratuur worden benamingen van stromingen, tijdvakken en stijlperiodes vaak als eigennamen opgevat; daardoor blijft in zulke contexten het gebruik van hoofdletters mogelijk. [3] [4])
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
joodse schriftgeleerden in tijdperken:

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 november 2021 Weblink bron
    Elisabeth Cornelia van Aalsum
    “Lied van de Eenheid : Een onderzoek naar de bijbelse intertekstualiteit van het spirituele geschrift Sjier haJichoed”, proefschrift (2010), Eburon, Delft, ISBN 9789059724174, p. 71
  3. Bronlink geraadpleegd op 4 november 2021 Weblink bron “hoofdletters - 08. namen van artistieke, culturele, maatschappelijke en religieuze stromingen”, onder 1. op vlaanderen.be
  4. Bronlink geraadpleegd op 4 november 2021 Weblink bron “hoofdletters - 09. namen van dagen, feestdagen, periodes en historische gebeurtenissen”, onder 4. op vlaanderen.be