tampat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tam·pat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tampat tampats
verkleinwoord tampatje tampatjes

Zelfstandig naamwoord

de tampatm

  1. (scheepvaart) slaapplaats van een matroos aan boord van een oorlogsschip
     Omdat er niets te doen was zocht iedereen al snel zijn tampatje op.[1]
     Daarna was 't pitten geblazen op hun tempatje...[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

  • literatuur:
    Dis, A. van
    Indische duinen 1e druk (1994) J.M. Meulenhoff, 36e druk Uitgeverij Augustus ISBN 9789045702094

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 augustus 2023 Weblink bron
    Hartsuiker, C.
    “Nederlands Indië - 18” op semarang.nl
  2. Sytzen, Job
    “Soldaat/Ravijn/Landgenoten. : Niet iedere soldaat sneuvelt”, 2e druk (1960), Uitgeverij A.W. Sijthoff, Leiden, ISBN 9789021826943, p. 24


Maleis

Zelfstandig naamwoord

tampat

  1. plaats, plek.
Afgeleide begrippen