tallar
Uiterlijk
- ta·llar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tallar |
tallaba |
tallado |
volledig |
tallar
- overgankelijk snijden (van hout), bewerken (van steen), slijpen (van edelstenen)
- de maat nemen
- tallar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española