taboeonderwerp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·boe·on·der·werp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taboeonderwerp taboeonderwerpen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het taboeonderwerpo

  1. zaak waarover men niet mag praten
     Volgens Verhagen moeten alle partijen "de bereidheid hebben over alle maatregelen na te denken". Maar hij wil niet zeggen of taboeonderwerpen, zoals de beperking van de hypotheekrenteaftrek, ook bespreekbaar zijn: "Iedere partij heeft heilige huisjes en die kunnen ook een lekkende dakkapel hebben."[1]
     "Het is geen taboeonderwerp meer. Het is een probleem waar iedereen last van heeft en waar de overheid ook wat aan wil doen."[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “De Jager: het ziet er niet goed uit” (09-12-2011), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Chinese docu over smog doet veel stof opwaaien” (03-03-2015), NOS