taats

Uit WikiWoordenboek
Taats van een molenspil

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taats
enkelvoud meervoud
naamwoord taats taatsen
verkleinwoord taatsje taatsjes

Zelfstandig naamwoord

de taatsv / m

  1. (techniek) spijker met ronde kop
    • De taats van een priktol. 
  2. (techniek) de tap waar een vertikale as draaibaar op steunt
    • De balk met het grote tandwiel, heeft een metalen taats die in een taatspot draait. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

21 % van de Nederlanders;
12 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be