taartblikken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: taartblikken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtardblɪkə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- taart·blik·ken
Woordherkomst en -opbouw
- taartblik met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de taartblikken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord taartblik
- ▸ Er ligt een berg bruin spul in de pan, dus ik vet twee taartblikken in en giet het mengsel erin[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'taartblikken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Mark Crick geciteerd door Pieter Steinz“Hoor het bintje gillen” (21 december 2007) op nrc.nl