taant

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taant

Werkwoord

vervoeging van
tanen

taant

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tanen
    • Jij taant. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tanen
    • Hij taant. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tanen
    • Taant!