taalverschil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taal·ver·schil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalverschil taalverschillen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

taalverschil o [1]

  1. het niet dezelfde taal beheersen
     Door het taalverschil was het lastig communiceren met de terreurverdachte. De directie van de gevangenis wist dat er een risico was dat al-Bakr zichzelf van het leven wilde beroven. Maar na gesprekken met psychologen luidde de conclusie dat er bij hem geen sprake was van een ,,acuut gevaar op zelfmoord."[2]
  2. het gebruiken van een andere taal
     Hoe verhouden de landen zich op wetenschappelijk niveau tot elkaar? Beide landen hebben in de loop der jaren aardig wat Nobelprijzen bij elkaar geharkt – al helemaal voor twee kleine landen, maar het gaat natuurlijk vandaag om keiharde cijfers. We kregen in 1978 immers de wereldtitel ook niet omdat we het zo goed deden voor zo’n klein land. Bij deze vergelijking spelen taalverschillen geen rol. De stand: wij hebben bijna tweemaal zo veel Nobelprijzen als de Belgen. Zeventien voor ons tegen negen voor onze Vlaamse en Waalse zuiderburen. Nederland-België: 5-0.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Tomas Riemens
    “'Zelfmoord terreurverdachte Duitsland niet te voorzien'” (10-01-2017), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Pieter Yspeert
    “De werkelijke uitslag van Nederland – België: 12-0” (15/08/2012), HP de Tijd