taalman

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taal·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalman taalmannen
verkleinwoord taalmannetje taalmannetjes

Zelfstandig naamwoord

de taalmanm

  1. iemand met veel belangstelling voor de taal
     Als taalman distantieert Gao zich van zijn vaderland, veel meer dan in politiek of sociaal opzicht. Hij is dan ook geen dissident, zoals die in het voormalige Oostblok wel optraden met een fel protest tegen de bestaande orde. Gao’s verzet is veel implicieter, veel kleinschaliger, maar toch wel toegesneden op de kern van de zaak: de vrijheid van het individu.[1]
     Playboy en playmate klinken nu al ouderwets. Vandaag zijn sugardaddy’s en sugarbabes hot. Je hoeft er geen mansion meer voor te betrekken, noteert Taalman Ludo Permentier, je kunt je aanmelden op een Noorse datingsite. Waar komt dat woord vandaan? Permentier duikt in het geld, de prostitutie en de misdaad. Allemaal voor de taal.[2]
  2. (beroep) beroep waar de taal een centrale plaats inneemt bij de uitoefening van zijn vak
     Het blijven vreemde, vrije vogels die in geen enkel christelijk of kerkelijk hok passen. Natuurlijk, in een aantal van hun teksten -vooral Rikkert is een echte taalman- slaan ze de spijker precies op de kop, vooral als het gaat om materialisme en egoïsme in kerkelijke kring.[3]
Hyponiemen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Tjerk de Reus
    “Gao Xingjian geeft geen commentaar” (19-12-2001), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron “Waarom Vlaamse nationalisten Catalonië beter vrezen, bijen geen zuivere plek op aarde meer vinden en dertigers opbranden” (07/10/2017), De Standaard
  3. Bronlink Weblink bron “Vrije vogels die niet in een hok passen” (15-03-2006), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be