taalconflict

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taal·con·flict
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalconflict taalconflicten
verkleinwoord taalconflictje taalconflictjes

Zelfstandig naamwoord

het taalconflicto

  1. (politiek) con­flict over de sta­tus en het ge­bruik van een taal
     Net als België kent ook Quebec een groot taalconflict. De Frans- en Engelstaligen staan lijnrecht tegenover elkaar.[1]
     Taalconflicten zijn in België zo oud als het land zelf. Maar dat de ene gemeenschap de andere zo de wil probeert op te leggen, dat is ongehoord, vinden Franstaligen.[2]
Holoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 december 2020 Weblink bron “Selectie” (16 mei 1998) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 22 december 2020 Weblink bron
    Jeroen van der Kris
    “‘Daad van ernstige politieke agressie’” (8 november 2007) op nrc.nl op Wikipedia