taakgroep
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- taak·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taak en groep [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taakgroep | taakgroepen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- groep personen die een bepaalde taak uitvoert
Gangbaarheid
- Het woord taakgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "taakgroep" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ taakgroep op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be