systematiseren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van systematiseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | systematiseren | te systematiseren | ||||||||
toekomend | zullen systematiseren | te zullen systematiseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gesystematiseerd | te hebben gesystematiseerd | ||||||||
toekomend | gesystematiseerd zullen hebben | gesystematiseerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
systematiserend | gesystematiseerd | ev. systematiseer |
mv. verouderd systematiseert |
systematisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | systematiseer | systematiseert | systematiseert | systematiseert | systematiseert | systematiseren | systematiseren | systematiseren | |||
verleden (o.v.t.) | systematiseerde | systematiseerde | systematiseerde | systematiseerde | systematiseerde | systematiseerden | systematiseerden | systematiseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal systematiseren | zult/zal systematiseren | zult/zal systematiseren | zult systematiseren | zal systematiseren | zullen systematiseren | zullen systematiseren | zullen systematiseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou systematiseren | zou systematiseren | zou(dt) systematiseren | zoudt systematiseren | zou systematiseren | zouden systematiseren | zouden systematiseren | zouden systematiseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gesystematiseerd | hebt gesystematiseerd | hebt/heeft gesystematiseerd | hebt gesystematiseerd | heeft gesystematiseerd | hebben gesystematiseerd | hebben gesystematiseerd | hebben gesystematiseerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gesystematiseerd | had gesystematiseerd | had gesystematiseerd | hadt gesystematiseerd | had gesystematiseerd | hadden gesystematiseerd | hadden gesystematiseerd | hadden gesystematiseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gesystematiseerd hebben | zal/zult gesystematiseerd hebben | zult/zal gesystematiseerd hebben | zult gesystematiseerd hebben | zal gesystematiseerd hebben | zullen gesystematiseerd hebben | zullen gesystematiseerd hebben | zullen gesystematiseerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gesystematiseerd hebben | zou gesystematiseerd hebben | zou/zoudt gesystematiseerd hebben | zoudt gesystematiseerd hebben | zou gesystematiseerd hebben | zouden gesystematiseerd hebben | zouden gesystematiseerd hebben | zouden gesystematiseerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gesystematiseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gesystematiseerd | er is gesystematiseerd | |||||||||
verleden | er werd gesystematiseerd | er was gesystematiseerd | |||||||||
toekomend | er zal gesystematiseerd worden | er zal gesystematiseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gesystematiseerd worden | er zou gesystematiseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gesystematiseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gesystematiseerd worden | gesystematiseerd te worden | ||||||||
toekomend | gesystematiseerd zullen worden | gesystematiseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gesystematiseerd zijn | gesystematiseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gesystematiseerd zullen zijn | gesystematiseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gesystematiseerd | wordt gesystematiseerd | wordt gesystematiseerd | wordt gesystematiseerd | wordt gesystematiseerd | worden gesystematiseerd | worden gesystematiseerd | worden gesystematiseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gesystematiseerd | werd gesystematiseerd | werd gesystematiseerd | werdt gesystematiseerd | werd gesystematiseerd | werden gesystematiseerd | werden gesystematiseerd | werden gesystematiseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gesystematiseerd worden | zult gesystematiseerd worden | zult gesystematiseerd worden | zult gesystematiseerd worden | zal gesystematiseerd worden | zullen gesystematiseerd worden | zullen gesystematiseerd worden | zullen gesystematiseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gesystematiseerd worden | zou gesystematiseerd worden | zou/zoudt gesystematiseerd worden | zoudt gesystematiseerd worden | zou gesystematiseerd worden | zouden gesystematiseerd worden | zouden gesystematiseerd worden | zouden gesystematiseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gesystematiseerd | bent gesystematiseerd | bent/is gesystematiseerd | zijt gesystematiseerd | is gesystematiseerd | zijn gesystematiseerd | zijn gesystematiseerd | zijn gesystematiseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gesystematiseerd | was gesystematiseerd | was gesystematiseerd | waart gesystematiseerd | was gesystematiseerd | waren gesystematiseerd | waren gesystematiseerd | waren gesystematiseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gesystematiseerd zijn | zult gesystematiseerd zijn | zult gesystematiseerd zijn | zult gesystematiseerd zijn | zal gesystematiseerd zijn | zullen gesystematiseerd zijn | zullen gesystematiseerd zijn | zullen gesystematiseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gesystematiseerd zijn | zou gesystematiseerd zijn | zou/zoudt gesystematiseerd zijn | zoudt gesystematiseerd zijn | zou gesystematiseerd zijn | zouden gesystematiseerd zijn | zouden gesystematiseerd zijn | zouden gesystematiseerd zijn |