systeemmannetje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sys·teem·man·ne·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord systeemmannetje systeemmannetjes

Zelfstandig naamwoord

het systeemmannetjeo dim. tant.

  1. iemand die de eigenaardigheden van het sociale of politieke systeem waarbinnen hij opereert goed weet te benutten, maar geheel wars is van morele verantwoordelijkheid of idealisme
    • Hij is echt een systeemmannetje; daar moet je geen verbeteringen van verwachten. 

Gangbaarheid