synovia
Uiterlijk
- sy·no·via
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘vloeistof in gewrichten’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van het modern Latijnse 'synovia' (met het voorvoegsel syn- ??) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | synovia | - |
verkleinwoord | - | - |
de synovia v
- slijmvliesbekleding van de gewrichtsholten
- slijmerige vloeistof die door de gewrichtsslijmvliezen wordt afgescheiden, gewrichtssmeer
- Het woord 'synovia' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.