synagogen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sy·na·go·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de synagogenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord synagoge
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord synagoog
     Van protestants tot katholiek, pinkstergemeenschappen, synagogen en oecumenische vieringen.[2]
Schrijfwijzen

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia