swingarm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- swing·arm
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | swingarm | swingarmen |
verkleinwoord | swingarmpje | swingarmpjes |
Zelfstandig naamwoord
de swingarm m
- dubbelzijdig uitgevoerde achterwielophanging van een motorfiets
Synoniemen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "swingarm" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be