sussen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sus·sen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kalmeren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1501 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sussen |
suste |
gesust |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
sussen
- overgankelijk tot bedaren brengen
- Hij trachtte de ruzie tussen de kinderen te sussen, maar dat wilde niet erg lukken.
Gangbaarheid
- Het woord sussen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sussen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %