surveilleert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sur·veil·leert

Werkwoord

vervoeging van
surveilleren

surveilleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van surveilleren
    • Jij surveilleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van surveilleren
    • Hij surveilleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van surveilleren
    • Surveilleert!