supportersvereniging

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

logo supportersvereniging SVA
Uitspraak
Woordafbreking
  • sup·por·ters·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord supportersvereniging supportersverenigingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de supportersverenigingv

  1. organisatie waar supporters (van een sportclub) lid van kunnen worden
     Hij doet het werk samen met zo'n 25 andere vrienden van de supportersvereniging.[1]
     Donderdag namen in het stadion al de eerste supporters plaats, van karton. Naar een idee van de supportersvereniging kunnen fans van Borussia voor 19 euro een kartonnen fan kopen met daarop een levensgrote foto van zichzelf.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “'Ik ben geen arts die levens redt, maar zo draag ik toch mijn steentje bij'” (31-03-2020), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Namaaksupporters in Duitsland en Wit-Rusland tegen lege tribunes” (10-04-2020), NOS