superweer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  superweer    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈsypərˌwer / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• su·per·weer

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van weer met het voorvoegsel super-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	superweer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het superweer o

1. heel mooi weer; ideale weersomstandigheden

   ▸ Marius Kipserem heeft de 36ste editie van de marathon van Rotterdam op zijn naam geschreven. De Keniaan won onder ideale weersomstandigheden de klassieke afstand van 42,195 kilometer in 2.06.11. Die tijd lag ondanks het superweer dik boven het parcoursrecord van 2.04.27.

   ▸ Man, ik heb twee weken dagelijks zonder beenstukken en in een shirt met korte mouwtjes gefietst. Op beide kampen was het superweer. Maar dan kom je vermoeid thuis en voel je je hier nog eens extra belabberd door die kou.

Gangbaarheid

• Het woord 'superweer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "superweer" herkend door:

73 %	van de Nederlanders;
73 %	van de Vlamingen.