supercool

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • su·per·cool
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen supercool
verbogen supercoole
partitief supercools

Bijvoeglijk naamwoord

supercool

  1. heel erg goed, hip, stoer of geweldig in het algemeen
    • Hij keert in oktober terug naar zijn geboortestad. In het Prehistorisch Dorp gaat Reiné scènes schieten voor de historische film Redbad over de Friese koning Radboud. ,,Het is supercool. [1] 
    • "Vlogs trekt die knapen op een of andere manier aan", weet hij. "Ik zou het supercool vinden als ik met mijn vlogs die gasten kan helpen, of ze op het juiste spoor kan zetten." [2] 
    • Als mijn baas zou zeggen dat we de komende vijf jaar de lonen bevriezen om het bedrijf volledig duurzaam te maken, dan ga ik daar direct voor. Dat is toch supercool? Ik vind dat veel meer waard dan een groter huis of een grotere auto.” [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen