suggereer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sug·ge·reer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
suggereren |
suggereer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van suggereren
- Ik suggereer.
- gebiedende wijs van suggereren
- Suggereer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van suggereren
- Suggereer je?