Naar inhoud springen

substitueren

Uit WikiWoordenboek
  • sub·sti·tu·e·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
substitueren
substitueerde
gesubstitueerd
zwak -d volledig

substitueren

  1. overgankelijk vervangen
  2. (scheikunde) (een of meer atomen) in een molecule vervangen door een of meer andere
91 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be