substantiveerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sub·stan·ti·veer·de

Werkwoord

vervoeging van
substantiveren

substantiveerde

  1. enkelvoud verleden tijd van substantiveren
    • Ik substantiveerde. 
    • Jij substantiveerde. 
    • Hij, zij, het substantiveerde.