subjunctief
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: subjunctief (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sub·junc·tief
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Latijnse 'iungere' (samenvoegen) met het voorvoegsel sub- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | subjunctief | subjunctieven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
subjunctief m
- (taalkunde) een werkwoordswijs waarmee men een wens of onzekerheid tot uitdrukking kan brengen
- Lang leve de koningin!
Synoniemen
Vertalingen
1. een werkwoordswijs waarmee men een wens of onzekerheid tot uitdrukking kan brengen.
Gangbaarheid
- Het woord subjunctief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "subjunctief" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be