suavizara

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
suavizar

suavizara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van suavizar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van suavizar