suïcide
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- su·i ci·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | suïcide | suïcides |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de suïcide v
- opzettelijke beëindiging van het eigen leven
Synoniemen
Opmerkingen
- Het vroeger meer gangbare "zelfmoord" heeft door het tweede deel een negatieve morele lading en wordt daarom vaak vervangen door "zelfdoding" of "suicide" als een moreel neutrale aanduiding van belang is.
Vertalingen
1. zie: zelfmoord
Gangbaarheid
- Het woord suïcide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "suïcide" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ suïcide op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "suïcide" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be