stuwage

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·wa·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stuwage stuwages
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stuwagev

  1. de wijze waarop men heeft gestuwd of gepakt
     In totaal constateerde de inspectie 191 overtredingen, onder meer overschrijding van de Arbeidstijdenwet, verkeerde stuwage, het negeren van een tunnelverbod en het ontbreken van vakbekwaamheidspapieren.[3]
  2. lading
Vertalingen

Gangbaarheid

34 % van de Nederlanders;
39 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. stuwage op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron “Vaak overtreding bij vervoer gevaarlijke stoffen” (12-09-2006), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be