stuwage
Uiterlijk
- stu·wa·ge
- naamwoord van handeling van stuwen met het achtervoegsel -age [1][2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | stuwage | stuwages |
| verkleinwoord |
de stuwage v
- de wijze waarop men heeft gestuwd of gepakt
- ▸ In totaal constateerde de inspectie 191 overtredingen, onder meer overschrijding van de Arbeidstijdenwet, verkeerde stuwage, het negeren van een tunnelverbod en het ontbreken van vakbekwaamheidspapieren.[3]
- lading
- Het woord stuwage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stuwage" herkend door:
| 34 % | van de Nederlanders; |
| 39 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ stuwage op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Vaak overtreding bij vervoer gevaarlijke stoffen” (12-09-2006), Reformatorisch Dagblad - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be