stukket

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • stuk·ket

stukket

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stikke

stukket

  1. voltooid (verleden) deelwoord van stikke

Zelfstandig naamwoord

stukket

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van stuk
Schrijfwijzen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • stuk·ket

Werkwoord

stukket

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stikke

stukket

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stikke

stukket

  1. voltooid (verleden) deelwoord van stikke