studeert af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: studeert af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stu·deert af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstuderen |
studeert af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstuderen
- Jij studeert af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstuderen
- Hij studeert af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afstuderen
- Studeert af!
Gangbaarheid
- Het woord studeert af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.